3.2 Effecten op het klimaat
Reductie van opwarming door vliegtuigen schiet te kort
De schadelijke gevolgen van de opwarming zijn veel eerder merkbaar dan bij ICAO verwacht werd bij het mondiale luchtvaartoverleg over CO2-uitstoot. Men sprak af om deze te compenseren met de aanschaf van uitstootrechten die elders in de wereld met koolstofbeperkende maatregelen wordt geproduceerd.
Daaraan kleven twee bezwaren. Zo maakt de luchtvaart handig gebruik van de besparing van CO2-uitstoot door derden, waardoor deze in feite verloren gaat.
Ten tweede veroorzaakt de luchtvaart op kruishoogte met waterdamp, stikstof en andere non-CO2-gassen een minstens even groot, wellicht groter
opwarmeffect dan alleen CO2. Die extra opwarming is een soort roze olifant in de kamer. Men weet er geen raad mee. Hij wordt genegeerd, niet gecompenseerd. Er is niet voor gekozen deze extra opwarming mee te nemen in een dubbele compensatieplicht, als equivalent van CO2-uitstoot.
In Nederland zijn daarnaast maatregelen afgesproken om de CO2-uitstoot van het luchtverkeer met toevoeging van biobrandstof en
zuiniger kerosineverbruik zodanig te beperken dat deze pas in 2070 (over 47 jaar dus) op nul zou uitkomen.
Beide reductiemethoden voldoen in geen enkel opzicht aan het klimaatakkoord van Parijs. De luchtvaart plaatst zichzelf
in een uitzonderingspositie om gewoon te blijven doorvliegen en groeien. Met goedvinden van de regering. De sector zegt
duurzaam te willen worden, maar ziet met veel te zwakke maatregelen geen kans om dit feitelijk te realiseren.
Bovendien wordt op de toevoeging van biobrandstof door deskundigen veel kritiek geleverd.
Er wordt ook gedacht aan waterstof en e-kerosine om volledig CO2-neutraal te worden. Beide soorten brandstof zijn veel duurder
dan fossiele kerosine omdat de productie relatief veel groene energie vergt. Bij invoering zal volumekrimp ontstaan omdat de tickets veel duurder worden.
Halvering uitstoot in 2030 is mogelijk en hard nodig
Met een tijdige, eventueel geleidelijke invoering van het 250k-scenario kan de luchtvaart zowel CO2- als non-CO2-uitstoot halveren voor of in 2030. Dat is wel conform “Parijs”. Daarna moet gemiddeld elk jaar 3% tot 4% van het fossiele kerosineverbruik vervangen worden door e-kerosine die geen fossiele koolstofverbindingen bevat. Dan nog is niet het gehele probleem van extra opwarming op kruishoogte opgelost. Daarnaast doorgaan met krimp lijkt onvermijdelijk.
Lees verder bij Natuur
Terug naar de inhoudsopgave