De netto CO2-reductie van de luchtvaart bedraagt volgens de Luchtvaartnota 4% in 2030 ten opzichte van 2019 (figuur 5.1).
De maatregelen, zuiniger vliegen en bijmenging van biobrandstof, hebben weliswaar een groter
effect, maar dat van biobrandstof wordt steeds sterker betwijfeld. In 2050 is de CO2-uitstoot iets minder dan de helft van die 2019; pas in 2070 nadert hij nul.
Daarmee wijkt de reductie in hoge mate af van het Klimaatakkoord van Parijs. Als het recente Shell-vonnis op de luchtvaart wordt toegepast, worden veel hogere eisen gesteld.
Dan zou de CO2-uitstoot van het luchtverkeer in 2030 ten opzichte van 2019 bijna gehalveerd moeten worden.
Zes burgerorganisaties constateren in hun nota Shell-zaak versterkt duurzame luchtvaart in 2030 dat bij deze beperking van luchtverkeer het behoud van goede bereikbaarheid vereist dat de luchtvaartsector
selectief kiest voor passagiers van en naar thuismarkt Nederland. Hun bestemmingen moeten voor de Nederlandse internationale handel en vakantiegangers van groot belang zijn.
Het overstapverkeer kan volgens het WTL-onderzoek naar krimp met 65 procent afnemen.
De trein kan korte vluchten overnemen. Extreem goedkope stedenvluchten kunnen met belasting op tickets teruggedrongen worden.
Vermindering van luchtverkeer brengt naast duurzaamheid ook andere voordelen met zich mee. De veiligheidsrisico's en vlieghinder nemen effectief af.
De verbeterde kwaliteit van de leefomgeving versterkt zowel de samenleving als het vestigingsklimaat. De woningbouw in de Schipholregio krijgt betere kansen.
Personeel uit de luchtvaartsector kan nieuw werk vinden in de zorg, ICT en energietransitie.